De weg van Ton Lathouwers – 15 jaar zentoespraken

door Marja de Groote

Achter de schermen wordt onze website in de lucht gehouden, voortdurend bijgewerkt en aangevuld. Wij zijn dankbaar voor de inzet van een aantal mensen die dit werk doen voor de Maha Karuna Ch’an. De afgelopen periode is het archief van de teisho’s van Ton flink uitgebreid. De opnames zijn beluisterd, van ruis en andere oneffenheden ontdaan en van titels voorzien. Inmiddels zijn de zentoespraken vanaf 2007 beschikbaar (die van 2004, 2005 en 2006 volgen binnen afzienbare tijd).

Teisho’s, teisho’s, teisho’s… hoeveel zou Ton er in zijn lange leven niet uitgesproken hebben. Na zijn benoeming tot prof in Leuven in 1968 begon hij in de jaren 70 al met het begeleiden van meditatiegroepen.  In 1987 ontving Ton transmissie van Teh Cheng in Indonesië. Een aanbod dat hij overigens niet zomaar aanvaardde. Daar moest enige overredingskracht van zijn pleegmoeder Riet aan te pas komen. Hoe dankbaar mogen we daarvoor zijn! Het was een bevestiging van zijn jarenlange mediteren in kloosters ‘all over the world’ van Azië tot Noord-Amerika, van zijn doorleefde kennis van het boeddhisme en zijn gepassioneerde levenshouding die tot uiting kwam (en komt!) in zijn toespraken, zijn dokusans en in zijn handelen, doen wat nodig is. Regelmatig zijn daarvan nog steeds echo’s hoorbaar: ‘hij heeft zoveel voor mij betekend’.

Hoeveel mensen zou Ton in al die jaren niet geïnspireerd hebben? En hoevelen zou hij niet ondersteund hebben, een reddingsboei toegeworpen met zijn zentoespraken met verrassende wendingen: dat zelfs de meest verlorenen gered worden, dat de muur en de zekerheden NIET het laatste woord hebben, dat je er niet uit kunt vallen, dat je geaccepteerd bent just as you are. Het is geleefde ervaring van Ton, maar het zet ook degenen die ‘Leid tragen’ op een spoor, waarin de evidenties en de ingesleten patronen en opvattingen kunnen kantelen, waarin vaste overtuigingen kunnen openbreken. Het perspectief wordt wijder, er zijn uitwegen, alles is mogelijk dwars tegen het inperkende ‘zo is het nu eenmaal’ in. Dát is het leven van Ton Lathouwers en daarvan legt hij getuigenis af. Nog steeds, al is hij kort geleden aan zijn 91ste levensjaar begonnen. Stoppen is geen optie. Het lijden van de wereld, onder de mensen is te groot om te zwijgen.

De thema’s van de teisho’s bevinden zich op het scherp van de snede: leven-dood is een ernstige zaak. Daar gaat het om! Dat het weer gaat stromen! Om werkelijk te leven! Zoals er in het Russisch wordt geproost ‘dat wij waarlijk mogen leven’, of zoals Riet altijd zei ‘geen saai slootje’!! Zoals Dostojewski zijn ommekeer beleefde toen hij vastgebonden op het schavot, in het besef nog maar enkele momenten te leven te hebben, die diepe ervaring had: ‘Ik heb nooit echt geleefd. Ik heb erover nagedacht, erover geschreven maar ik heb nooit geleefd.’ Zo eindigt ook het verhaal van Dostjewski De droom van een belachelijk mens – een fantastische vertelling.

Op de website van Maha Karun Ch’an is onder Lezen en luisteren het archief met de zentoespraken opgenomen. Hierin worden we meegenomen op een lange innerlijke zoektocht die begon met verhalen van Dostojewski op het gymnasium in Nijmegen kort na de oorlog in 1946/47. Dostojewski brak met zijn teksten iets in Ton open: dat je de dingen als een wonder kunt ervaren, als nieuw kunt zien. Dat het ‘dit’ is en tegelijk ‘dat’ en dat die paradox ook in onszelf zit. In de roman De idioot analyseert een van de romanfiguren het personage Hippolyt, een jongen die zo verstrikt is en vastzit dat hij zelfdoding nog als enige uitweg ziet. Gevraagd naar zíjn mening verwoordt prins Mysjkin (de Idioot) dat het zo wáár is wat over Hippolyt wordt gezegd, máár daarom wordt hem grenzeloos onrecht gedaan. ‘Het is waar en toch doet u hem tekort, ziet u hem niet.’ En, vermeldt Ton er voor de duidelijkheid bij, ‘precies zo doen wij onszelf tekort! Met woorden, met een laatste woord, een oordeel.’ Dostojewski betekende voor Ton het begin van de bevrijding uit de kluisters, waarin hij vast geketend zat, en het begin van een innerlijke reis die tot steeds nieuwe ontdekkingen leidde. Hij ging (nota bene met een beurs voor Moskou) naar Japan, waar hij Masao Abe en Kobori (foto) ontmoette. Steeds keren de ontmoetingen, die bepalend in zijn leven zijn geweest, terug in zijn zentoespraken. Het geeft het levensreddende, het existentiële belang,  ervan aan. Van Abe is you are accepted just as you are afkomstig. Over Kobori horen we Ton meestal over de schoentjes die mee mediteren, maar hij heeft in een teisho in 2009 een ontroerend portret van Roshi Kobori Nanrei Sōhaku (1918-1992) geschilderd. Deze neef van de keizer was een beetje een hooghartige zenleraar en tegelijkertijd in staat om tijdens een toespraak over Hui-neng openlijk toe te geven ‘wat-ie daarmee bedoelt dat weet ik niet.’ Kobori was toen al in de zestig. Zijn zenweg was pijnlijk en eenzaam geweest en de Hartsoetra betekende veel voor hem. Na zijn toespraak reciteerde hij meermaals in z’n eentje de Hartsoetra en dat was zeer indrukwekkend. Ook hier was Ton getuige van, zoals hij van zoveel bijzondere ontmoetingen getuigenis aflegt.   

Zo zijn er verhalen en anekdotes over Teh Cheng, die bijzondere Chinese Ch’anleraar in Indonesië, die verrassend na zijn transmissie terugkeerde naar de bestudering van de oudste boeddhistische teksten in een klooster in Birma.  Zes jaar verbleef Teh Cheng in Birma om de theravadateksten te bestuderen, waar zijn eigen mahayana traditie, zijn warme Chinese rinzai traditie,  geen raad mee wist. Zo uitpluizend en uiteen rafelend, deconstructief-analytisch waren die. Zie je de ander nog als die slechts bestaat uit de vijf skandha’s? Ook Han Fortman ervaarde die kilheid toen hij in 1958 kloosters in Thailand bezocht. Hij vertelde Ton erover, die vervolgens ook maandenlang in kloosters in Thailand verbleef, waar hij van binnenuit heeft ervaren van waaruit de vernieuwing binnen het boeddhisme was gekomen die in de soetra’s tot uiting werd gebracht. Die vernieuwingsbeweging, zo’n 2000 jaar geleden, was een gevecht vol twijfel. ‘Ben ik nog wel een goede boeddhist nu ik alles anders formuleer’, zo vroegen ze zich af. Maar zij deden nieuwe ontdekkingen en het stroomde weer, het ging over hartsverlangen, over SAMEN en grenzeloos, over mededogen en dat je niet in de steek gelaten wordt, dat ‘oordeel niet’ het laatste woord is. Het is een meeslepende ervaring als Ton over de omslag in de soetrateksten spreekt, waar de teksten van de Maha Karuna Ch’an op zijn gebaseerd, waarin Kuan Yin, zij die naar de noodkreten luistert, de centrale figuur is. Teh Cheng, die veel stiller was dan Ton (waaraan hij zijn traditionele slotwoorden ‘en daarmee gaan we terug de stilte in’) ontleent, kon vlak voor zijn dood alleen maar zeggen: ‘Het allerbelangrijkste is Kuan Yin, dat er naar ons geluisterd wordt en dat we het krijgen om niet(s), al weten we niet hoe, dat het zich onttrekt aan ruilhandel.’ Doen om niet, dat is van een andere orde. Er is niets om af te dwingen, slechts wachten en waken. Het bestaan is allereerst een wonder en niet oorzaak en gevolg (want die komen voort uit dezelfde bron, DEZELFDE!). 

Ton Lathouwers put uit vele bronnen en in de ware zin van het woord is hij een gids op dit oeroude pad. In de teisho’s staan niet alleen de oude Indiase, Chinese en Japanse zenverhalen centraal ook in de moderne literatuur zijn getuigenissen te vinden van een ommekeer die mensen hebben meegemaakt; een ashraya paravritti of zoals de Engelsen het zo mooi zeggen een revolution of the fundaments. Deze ervaring is zeker niet beperkt tot het boeddhisme; zij is van alle tijden en ruimten.

Er klinken naast vertrouwde stemmen als die van Sjestov, Kierkegaard en Rilke steeds weer nieuwe stemmen door in zijn hartenkreten, Anthony and the Johnsons, Björk, Clarice Lispector, María Zambrano en zogenaamd atheïstische schrijvers in de Sovjettijd, die diep religieuze ervaringen neerschreven. Het is allemaal te beluisteren in zijn zentoespraken en te lezen in zijn boeken, die ons aanzetten om zelf een bevrijdende sprong te wagen, zoals de grote mededogende, zij die naar de noodkreten luistert, hoe moeilijk en hoe angstig ook. Ze geven ons een duwtje in de rug om daar te gaan staan waar geen plaats is om te staan. 

Elke avond voor het slapen gaan een teisho beluisteren en we zouden weleens wakker kunnen worden als een ander mens. Dat hoeft niet maar het kán. Geen garantie en geen bewijs, maar de kans is aanwezig dat wat ‘slechts’ woorden lijken tot leven komt, indaalt, ergens aan raakt en tot een eigen unieke ervaring wordt. 


Foto: Terebess, Zen mesterek Zen masters

Scroll naar boven