De koan van Hisamatsu: Wat doe ik? Wat doe jij?

Over Racisme, Discriminatie, Uitsluiting en Sociale actie[1]

De dood van George Floyd heeft wereldwijd geleid tot acties tegen racistische politiegeweld. Het is een wake-up call; racisme zit diep geworteld in onze westerse cultuur, in de taal, in haar symbolen en geschiedenis. Overheden nemen initiatief en gaan in gesprek met actievoerders. De strijd tegen racisme is al generaties lang gaande, van vóór de afschaffing van de slavernij, die diepe sporen naliet in de psyche van mensen en samenlevingen. In de tweede helft van de twintigste eeuw waren er in Amerika legendarische demonstraties met Maarten Luther King, Angela Davis, Malcolm X, Black Panter en Black Power. Toen was er ook solidariteit van witte mensen, maar minder massaal dan nu. Er is sprake van een onomkeerbaar proces. Racisme en het hieruit voortvloeiende geweld worden niet meer getolereerd en discriminatie moet bij de wortel worden aangepakt. Een actievoerder, die er bij was in de jaren zeventig zei: “Het is anders; er is een nieuwe generatie opgestaan van jongeren die geen genoegen meer neemt met een mand met appelen; ze willen de hele boomgaard.” Racisme doet een appél op mij en ik stel mij de vraag: wat is mijn verantwoordelijkheid hierin? Wat is de verantwoordelijkheid van boeddhistische sangha’s, waarvan ik deel uitmaak? Erkennen wat is….

Erkennen wat is
Allereerst ga ik in op het verschil tussen racisme en discriminatie en uitsluiting. Dan geef ik een schets van de achtergrond van racisme en etnocentrisme en trek een aantal parallellen met andere vormen van discriminatie en uitsluiting. Ik leg een relatie met de vrouwenstrijd, die culmineerde in de Me Too beweging en geleid heeft tot de erkenning van seksueel geweld tegen vrouwen. In emancipatie bewegingen zijn ervaringen van de één en de herkenning en erkenning van de ander essentieel om wezenlijke verandering tot stand te brengen. De Me Too beweging heeft dat laten zien. Eenzelfde proces lijkt zich nu te voltrekken in het protest tegen racisme en solidariteit met actiegroepen als Black Lives Matter.
Solidair zijn en demonstreren is niet genoeg. We moeten onszelf een spiegel voorhouden, want racisme zit al eeuwenlang in de genen van mensen en het is de basis van geprivilegieerd gedrag van witte mensen, dat leidt tot uitsluiting van anderen. Ik wil mezelf en ons de vraag stellen: ‘Wat betekent dit voor mijn beoefening?’ Ik hoop daarop een begin van een antwoord te geven en laat angel Kyodo williams aan het woord, ze is één van de drie auteurs van Radical Dharma, waarin sociale actie en boeddhistische wijsheid met elkaar verbonden zijn. Als we goed luisteren, horen we de echo doorklinken van de Gelofte aan de mensheid van Hisamatsu.

Racisme, discriminatie en uitsluiting
Als we het over racisme hebben is het belangrijk om het te onderscheiden van discriminatie en uitluiting. Als we dat niet doen, dan dreigt racisme gelijkgesteld te worden met onderschikking op andere terreinen van sociale ongelijkheid, armoede, inkomen, slechte behuizing, opleiding etc. Het gaat om te erkennen dat racisme van wit naar zwart bestaat en te zien, dat daarbuiten of daar bovenop nog discriminatie en uitsluiting bestaat van mensen, ongeacht hun huidskleur. Dit is discriminatie en uitsluiting op grond van sekse, seksuele geaardheid, sociaal economische achtergrond, of geloof. Dat betekent dat er voor zwarte mensen een dubbele discriminatie bestaat, die van hun huidskleur, het racisme én die van sociale uitsluiting, armoede, of seksisme, homohaat, enz. Dat loopt dwars door alle scheidslijnen van wit en zwart heen.

Er is een kantelpunt bereikt in de strijd tegen racisme en discriminatie, dat doet denken aan de Me Too beweging van een paar jaar geleden. Zoals zoveel vrouwen, postte ik een Me Too bericht en het voelde als een enorme bevrijding, voorbij alle schaamte, machteloosheid, vernedering. Die enorme wereldwijde golf van Me Too berichten van solidaire vrouwen heeft   ertoe geleid dat seksueel geweld tegen vrouwen sindsdien serieus wordt genomen. Het bijzondere was dat ook mannen zich solidair verklaarden. Tot dan toe werd de schuld meestal bij vrouwen gelegd en werd het geweld gebagatelliseerd of genegeerd. Had je het wel goed gezien? en je moest toch tegen een grapje kunnen waren standaard opmerkingen die je kreeg. Hetzelfde mechanisme van het willen afdoen als een grapje of overgevoeligheid, speelt ook bij racisme een rol. Solidair hiermee zijn is de erkenning van het bestaan van onrecht, geweld, racisme, seksisme, discriminatie en uitsluiting. Natuurlijk is sinds Me Too niet al het seksueel geweld uitgebannen en verdwenen, maar notoire daders zoals Weinstein, Epstein en mogelijk in de slipstream van dat proces, zelfs een lid van het Britse koningshuis ontlopen hun straf niet meer. Me Too is niet meer weg te denken uit het collectieve bewustzijn en daar gaat het om.

Tijdens een imposante toespraak tijdens de dodenherdenking op 4 mei[2] zei Arnon Grunberg: “Zo gauw je iemand tot een groep reduceert, bestaat hij niet meer als mens”…. “Als ze het over Marokkanen[3] hebben, dan hebben ze het over mij”. In zijn woorden klinkt een parallel door met een Bijbeltekst: “Wat mijn broeder/zuster is aangedaan, is mij aangedaan”. Het staat gelijk aan een open en compassievol hart van de Avatamsakasoetra, dat voelt dat de ander en ik niet zoveel verschillen van elkaar: ik ben de ander, de ander is mij. Dat zijn mooie woorden; maar hoe brengen we dat in de praktijk van alledag tot leven. Je afkomst en de plek waar je geboren bent zijn bepalend voor hoe moeilijk of gemakkelijk je leven verloopt. Dan wordt de volgende vraag relevant: Is het mijn verdienste om te behoren tot de gevestigden en geprivilegieerde mensen? Om karma dan als mogelijke verklaring te geven is iets te gratuite. Het doet denken aan hoe het christendom in de negentiende eeuw over sociale klassen en armoede dacht, als door God geschapen sociale klassen. Niemand hoefde zich verantwoordelijk te voelen en in het hiernamaals zou de beloning wachten voor mensen die het hier minder hadden getroffen. Het ontslaat ons van verantwoordelijkheid in het heden, terwijl het hier gaat om, ongeacht de huidskleur, het onrecht dat de ander ondergaat waarin sociale uitsluiting, uitbuiting en armoede vaak samengaat met ‘morele’ uitsluiting.

In zijn studie van 1938 ontrafelde Norbert Elias haarfijn het mechanisme van de gevestigden en buitenstaanders, van de haves and have nots. Dit concept is toepasselijk voor gedrag van iedere groep. Gevestigden bezitten het recht én de morele autoriteit = de macht over moraal en middelen om over anderen te oordelen of ze er wel of niet bij horen, of we ze wel of niet uitsluiten, of ze er wel of niet toedoen. Hoogopgeleide witte mensen behoren tot de groep van gevestigden en nemen dat overwegend vaak als vanzelfsprekend aan, onbewust van de voordelen die dat met zich meebrengt. Het mechanisme van uitsluiting bestaat binnen en tussen groepen, ongeacht huidskleur, het bestaat binnen het gezin waarin je opgroeit en de kansen die je wel of niet krijgt, het is mede afhankelijk van de sociaal economische achtergrond waarbinnen je opgroeit. Het is als het ware een keten van dominostenen die over elkaar vallen.

Etnocentrisme en vrouwenstrijd

Toen ik in de jaren zeventig antropologie studeerde, was er van alles gaande in Nijmegen. Studenten liepen voorop in de strijd om democratisering van de in rap tempo seculariserende Katholieke Universiteit. Projectonderwijs werd de nieuwe norm en het historisch materialisme werd losgelaten op de onderwerpen die werden bestudeerd. De ‘waardenvrijheid’, waarop de wetenschap zich tot dan toe gebaseerd had, kwam onder vuur te liggen. Die periode was ook zo’n kantelpunt in de geschiedenis, die het einde inluidde van de vanzelfsprekendheid van de witte, mannelijke suprematie en het einde van het oude koloniale tijdperk, waarin staten hun onafhankelijkheid vierden.

Ook de antropologie kwam zwaar onder vuur te liggen, vanwege haar wortels in het koloniale bestel van de negentiende eeuw. Antropologie werd verweten het etnocentrisme als uitgangspunt te hanteren; andere culturen werden gewogen op basis van het perspectief en de norm van de westerse superieur geachte cultuur. In de projectgroep ‘Feminisme en Antropologie’ werd de bias van etnocentrisme en cultuurrelativisme blootgelegd van het  voornamelijk door mannen uitgevoerde onderzoek. Ze hadden niet alleen met hun etnocentrische bril naar samenlevingen en culturen gekeken. Met hun mannelijke bril hadden ze ook de positie van vrouwen én specifieke vrouwonvriendelijke culturele aspecten van een cultuur beoordeeld vanuit een ‘waardenvrije’ wetenschap. Veel vrouwen voerden nieuw onderzoek uit en kwamen met andere resultaten en conclusies terug, die de positie van vrouwen recht deed. Omdat vrouwen in de tweede feministische golf de tweederangs maatschappelijke positie,[4] die ze zelf aan den lijve ervaarden, hadden blootgelegd, waren juist vrouwen in staat om de ondergeschikte positie van vrouwen in andere culturen bloot te leggen. Natuurlijk waren de resultaten van witte vrouwen ook niet helemaal waardenvrij, maar hun waarden werden in ieder geval expliciet gemaakt. Onze waarneming is per definitie gekleurd door onze sociale positie, van man of vrouw zijn, wit of zwart zijn.

We dragen allemaal onbewust de zaden van racisme, discriminatie en uitsluiting in ons, dit zonder schuldgevoel, te (h)erkennen is een belangrijke stap. Het vereist alertheid, openheid en waakzaamheid, om onszelf hierop te betrappen en bevragen, het is een levenslange oefening. Schuldgevoel werkt verlammend en is contraproductief. Het gaat om open te staan voor wat is, zonder oordeel. De kreet “I can’t breathe’ heeft ons allen in het hart geraakt. Omdat we geraakt zijn kunnen we het bestaan van racisme (h)erkennen. We hebben elkaar nodig, wit heeft zwart nodig en andersom om veranderingen in gang te zetten. Dat gebeurde ook bij de Me Too beweging, want die was zo succesvol, omdat ook mannen solidair waren en het geweld erkenden. Door racisme te erkennen, komt er beweging en is heling mogelijk. Dat laat de prachtige podcast zien waarin Maartje Duin en Peggy Bouva met elkaar in dialoog gaan; de een is verwant aan een plantage eigenaar, de ander is verwant aan een tot slaaf gemaakte. Ook de documentaire ‘Wit is ook een kleur’ van Sunny Bergman voor de VPRO[5], onlangs opnieuw te zien, toont indringend hoe al bij jonge kinderen conditioneringen en denkbeelden aanwezig zijn over zwart en wit, wat goed en fout is, meer en minder waard is. Beelden over wit en zwart zijn al geïnternaliseerd op heel jonge leeftijd. Het laat zien dat die diep in onze cultuur geworteld zijn, dat iedereen met aannames leeft en het gaat erom dit bij onszelf te (h)erkennen. Beelden, aannames en opvattingen zijn bepalend voor hoe we de wereld waarnemen en hoe we erin handelen.

Als we de intentie hebben uitgesproken te willen leven vanuit boeddhistische waarden[6] dan  kunnen we onmogelijk onze ogen sluiten voor de onrechtvaardigheid van het bestaande racisme, de discriminatie en uitsluiting in onze samenleving. De Peacemaker Order van Bernie Glassman[7] maakte dit expliciet tot haar beoefening. Bij andere sangha’s is dit minder expliciet, maar niet minder van belang. Het blijft wringen hoe we als persoon met een onrechtvaardige wereld om moeten gaan. Het is nooit genoeg. We voelen ons altijd tekortschieten. Maar dat is misschien ook wel de motor, waarom we blijven geloven en volharden in onze beoefening in de hoop misschien dat eens de voltooiing komt, waarin iedereen gered wordt. Ook Zr. Elisabeth Dinnissen, om haar nog maar eens te noemen, geloofde daar heilig in.

In het boeddhistische gedachtengoed zijn er twee werkelijkheden: de absolute- en de relatieve werkelijkheid. Vanuit de absolute werkelijkheid ziet het er allemaal heel simpel uit: ieder levend wezen heeft de boeddhanatuur, niemand kan eruit vallen, iedereen wordt opgevangen door het grote mededogen, het net van Indra. Zoals Ton Lathouwers altijd weer herhaalt: ‘Je kan er niet uit vallen’[8]. Ieder levend wezen is gelijkwaardig en ten diepste verbonden met alles wat leeft. We zijn allen de verschillende ‘gekleurde’ golven van die ene grote oceaan. Uniek en toch één. Als je eenmaal een glimp hebt opgevangen van de absolute werkelijkheid en eenheid ervaart, gaat dat gepaard met groot vertrouwen. Je weet dat het hoe dan ook goedkomt.

In de relatieve werkelijkheid zijn we meestal niet in staat dat te zien en te ervaren. In het geval van racisme, discriminatie en uitsluiting, ervaren we de wereld niet als een eenheid en ook niet als één groot boeddhaveld, maar vallen we er buiten, omdat er aparte hokjes gelden voor zwart en wit, aparte hokjes voor de ‘gevestigden en buitenstaanders’. We zijn niet in staat de ‘eenheid van alles wat is’ te ervaren. Daarom kunnen we ons zo ongemakkelijk voelen met anderen en het andere. De kloof is zo groot dat we elkaar niet eens tegenkomen, dan alleen bij toeval. Tot de coronacrisis toesloeg en vrijwilligers vanaf maart van dit jaar niet meer naar ‘binnen’ mochten, werkte ik gedurende drie jaar in de gevangenis als vrijwilliger, waarvan de laatste anderhalf jaar als geestelijke verzorger. Mijn werk bestond uit het begeleiden van de meditatiebijeenkomsten en gesprekken met de mannen. 80% tot 90% van de deelnemers was zwart en ik weet nog goed hoe geschokt ik was toen ik dat, de eerste keer dat ik er kwam, opmerkte en dat ook letterlijk lijfelijk naar binnen voelde komen. Later verdween dat, maar het deed mij wel bij voortduring beseffen hoe bevoorrecht ik was en hoe dat in schril contrast staat met deze mannen, die vaak een leven met zich meetorsen dat is getekend door een kansarme sociale achterstand. In mijn dagelijkse leven kom ik de mannen niet tegen, want onze samenleving is gesegmenteerd in wijken, in bubbels, waardoor we mensen met een andere achtergrond of kleur nauwelijks tegenkomen in onze dagelijkse activiteiten. Dat maakt dat de meeste sangha’s in Nederland ook overwegend wit zijn. Te midden van een multiculturele samenleving kunnen we hier op zijn minst vraagtekens bijzetten.

angel Kyodo williams en de echo van Hisamatsu

Om de impasse te doorbreken heeft angel Kyodo williams haar dharma onderricht verbonden met sociale actie. angel Kyodo is een zwarte vrouw die transmissie kreeg in een Japanse zentraditie. Ze groeide in New York op als meisje in een omgeving van racisme en uitsluiting. Later werd ze geconfronteerd met de dubbele onderschikking van de positie van vrouwen in een racistische wereld. Ze voelde zich als enige zwarte vrouw ongemakkelijk in de vrijwel witte meditatiegroep waarbij ze zich had aangemeld. Ze is als een ‘wounded healer’, die gepokt en gemazeld, verbindingen kan leggen van boeddhistische wijsheid met sociale actie.

In 2016 kwam het boek ‘Radical Dharma’ uit, dat ze samen met twee andere auteurs schreef. Het is een boek dat oproept tot: transformerende sociale actie. De ondertitel van het boek: Ras, Liefde en Bevrijding is een krachtig appél om iedereen aan te moedigen, actievoerders en boeddhisten, gesprekken te voeren over racisme en discriminatie. Ze doet dit door een dialoog op gang te brengen waarin sociale actie verbonden wordt met de Dharma. Er staan allerlei opnames op you tube en het is de moeite waard om die te beluisteren vanwege de simpele eenvoud en helderheid van haar taal. In luisterkringen maakt ze de erfenis van raciaal onrecht en witte suprematie bespreekbaar met zwarte en witte mensen, het is een erfenis die wij met elkaar delen. Die erfenis blokkeert de mogelijkheid om tot verlichting te komen. Want die is alleen mogelijk als iedereen tot verlichting kan komen, fluistert de bodhisattva hardnekkig in ons oor. Dat impliceert dat er in verlichting een maatschappelijke component verweven is.

Niet alleen ik, maar de gehele samenleving, niemand uitgesloten. Ik hoor hier de echo van de Gelofte aan de mensheid van Hisamatsu: “….Ons bewust worden van de doodsstrijd persoonlijk en maatschappelijk, de juiste richting ontdekken waarin de geschiedenis zou moeten voortgaan. En elkaar de hand reiken zonder onderscheid van man of vrouw zijn, zonder onderscheid naar ras, natie of klasse. Laat ons de gelofte afleggen, het diepe verlangen van de mensheid, naar bevrijding van haar ware zelf, werkelijkheid te doen worden. En een wereld bouwen waarin iedereen waarachtig en in heelheid kan leven”.

Om tot ontwaken te komen van het ware zelf en de gehele samenleving, waartoe Hisamatsu oproept, is het nodig om wakker en bewust te zijn van de beelden die we over en weer hebben, ‘en te zien dat die leeg zijn’, we moeten dit doortrekken naar alle beelden op alle terreinen. Het is nodig dat we de patronen en mechanismen van onszelf leren doorzien die ‘belemmerend’ werken op bevrijding van de gehele samenleving en het ‘zelf’. Witte en zwarte mensen worden ‘heler’ als we over en weer kunnen luisteren en erkennen wat is. ‘Pro black isn’t anti white’ stond op één van de banners van twee jonge vrouwen die in een demonstratie meeliepen. Alleen samen komen we eruit. De tijd is rijp om als witte groepen stappen te zetten om in onze eigen omgeving het gesprek aan te gaan. De koan van Hisamatsu: Wat doe ik? Wat doe jij? En wat doen wij??

Elsbeth Wolf.

De PDF van de tekst is te downloaden.


[1] Met dank aan Marja de Groote, antropoloog, voor de intensieve gesprekken over dit onderwerp, die mijn denken hebben gescherpt.
[2] De toespraak van Arnon Grunberg op YouTube.
[3] Marokkaan, staat evengoed voor: zwarte medemens, Jood, moslim, homoseksueel, transseksueel, etc.. etc..
[4] Veel jongeren van nu weten dit niet, maar het was gehuwde vrouwen tot in 1952 wettelijk niet toegestaan om een betaalde baan buitenshuis te hebben.
[5] Fragment uit de documentaire ‘Wit is ook een kleur’ van Sunny Bergman op YouTube.
[6] In de jukai ceremonie waarin je je toevlucht neemt tot de drie juwelen, de Boeddha, de Dharma, de Sangha.
[7] Frank de Waele is geestelijk leider van de Peacemaker Orde van de Lage Landen.
[8] Titel van het nieuwe boek van Ton dat eind juni 2020 verschenen is.


Literatuur:
Norbert Elias: De gevestigden en buitenstaanders, 1938.
Ton Lathouwers: Je kunt er niet uit vallen, zentoespraken, Asoka, juli 2020.
Zr. Elisabeth Dinnissen: Brugjes naar de diepte, 2002.
Jasmine Syedullah, Rev. angel Kyodo williams, Lama Rod Owens: Radical Dharma, 2016

Scroll naar boven